Wonen
Woonvisie Delft 2016 - 2023

Reactie van de Samenwerkende Bonden van Ouderen SSBO Delft

Voorafgaand aan het eigenlijke onderwerp, een drietal opmerkingen vooraf.

- De SSBO vindt het opmerkelijk dat in de nota Woonvisie niet begonnen wordt met het hoofdstuk Solidaire Stad, maar met Kennisstad. Waarom niet begonnen met de Solidaire Stad. Dit zou beter aangeven dat wij een gemeente zijn die ieder kansen kan/wil bieden en iedereen nodig heeft om de problemen samen aan te pakken en op te lossen. Studenten en pas afgestudeerden zijn niet beter of slechte dan werkende jongeren. Ouderen zijn niet beter of minder dan jongeren.

- De ‘zelfredzame burger’ is in de sector van wonen, zorg en welzijn het huidige ideaal van politici, beleidsmakers en hulpverleners. Maar uit recent onderzoek van de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam blijkt de praktijk ver af te staan van het ideaal. Hulpverleners handelen er niet naar en vragen te weinig door en brengen het netwerk van cliënten niet goed in beeld. Hulpvragers willen hun familie, buren en vriendenniet belasten met structurele zorg en vertonen vraagverlegenheid d.w.z. mensen zijn verleerd om hulp te vragen van elkaar. Zelfredzaamheid in de betekenis van autonomie komt uit de neoliberale koker en is nooit een doel op zich. Uit het bovengenoemde onderzoek blijkt dat het niet realistisch is daar alle kaarten op te zetten. Sommige mensen kunnen nooit zelfredzaam zijn, kwetsbaar als zij zijn door fysieke of verstandelijke beperkingen. We kunnen de samenleving niet zo inrichten dat die zelfredzaamheid het hoogste doel is. Mensen zijn altijd verbonden met elkaar en afhankelijk van elkaar. Zo dogmatisch als voorheen de verzorgingsstaat werd aangehangen, zo dogmatisch gaan we nu om met het zelfredzaamheidsdenken. Daarom is een cultuurverschuiving en mentaliteitsverandering nodig.

- Zoals recent onderzoek van de landelijke seniorenorganisatie Unie KBO onlangs nog aantoonde, dé oudere bestaat niet en zeker niet op het stuk van inkomensbeleid. De jonge gepensioneerden staan er veelal beter voor dan de 80-plusser. De jongere ouderen beschikken vaak over aanvullende pensioenen en hebben daardoor meer armslag. Maar er zijn forse onderlinge verschillen en veel ouderen zien hun koopkracht nu al jaren achterblijven . In het beleid moet hier rekening mee worden gehouden.

Om een woonvisie niet in de lucht te laten hangen moeten er cijfers komen. In de buurgemeente Rijswijk is dit onlangs gedaan. De wensen van de Rijswijkse senioren met betrekking tot huisvesting zijn in kaart gebracht in opdracht van de woningcorporaties Rijswijks Wonen en Vidoomes, de zorginstellingen Cardia en Florence, de investeerder Syntrus Achmea Real Estate & Finance en de gemeente Rijswijk. Hiermee is een goed beeld ontstaan van de wensen van senioren op het gebied van wonen en welzijn.

Zo’n 72% van de senioren denkt oud te kunnen worden in de eigen woning. Maar dit is te rooskleurig gedacht, zoals uit ander onderzoek naar voren is gekomen. Vaker dan gedacht moeten zij op oudere leeftijd alsnog verhuizen. Senioren die sociaal geïsoleerd leven of een slechte gezondheid genieten – in totaal zo’n 15 % van de senioren - zijn eerder bereid om te verhuizen. Maar doorstroming is een probleem. Mensen die al lang in een woning wonen betalen een lage huur of hebben hun hypotheek geheel of grotendeels afgelost. Verhuizen betekent dan vaak voor meer geld naar minder ruimte. Voor veel senioren is dit financieel een probleem. De senioren zijn wel verhuisgeneigder als er een goed, gevarieerd aanbod beschikbaar is. Als men wil verhuizen kiest 67% voor een huurwoning. Een onderzoek zoals in Rijswijk is gemakkelijk te herhalen in Delft. Maar de cijfers zijn waarschijnlijk ook grotendeels geldig voor Delft.

Vanzelfsprekend is verhuizen niet voor ouderen, want de woning met tuin is een diepgewortelde woonwens in Nederland. Je geeft je grote woning niet zo gemakkelijk op, ook al is die inmiddels te groot voor je geworden. Je moet ouderen verleiden te verhuizen, liefst voordat zij ouderdomsproblemen krijgen. Dat ouderen langer op zichzelf moeten c.q. willen blijven wonen -onder aanmoediging van de overheid, stelt nieuwe eisen aan woningbouwcorporaties. Tot nu toe is de eerste tendens schipperen met traditionele middelen, zoals het plaatsen van een traplift en (lelijke) beugels e.d.

Er zijn ook andere mogelijkheden, zoals in Rotterdam worden uitgeprobeerd met het zgn. Vivalib-concept door woningbouwcorporatie Woonstad. In het hele complex zijn de galerijen verbreed –handig voor de scootmobiel of een brancard. Andere extra’s zijn knopjes op kniehoogte om alarm te slaan na een val. Tussen gang en woonkamer zit een schuifdeur. Verder zijn er een bewegingsmelder, een schakelaar voor nachtcompensatieverlichting, een alarmknop en deurklinken in U-vorm zoadt je er minder gemakkelijk achter blijft haken. De renovatiekosten voor zo’n woning bedragen 5 tot 7.000 euro. In Frankrijk, waar dit concept is ontwikkeld, betalen pensioenfondsen dit. Een mooie taak voor de gemeente, zorgverzekeraars en corporaties om hiervoor een Nederlands model te ontwikkelen.

Tenslotte voegen we bij deze reactie enkele punten uit een notitie die de SSBO in 2014 heeft opgesteld als uitgangspunt voor gesprekken met de politieke partijen vertegenwoordigd in de Delftse gemeenteraad over de thema’s wonen en zorg. Het onderdeel ‘wonen ‘ omvatte de volgende punten die nog steeds bruikbaar zijn.
Wij bepleiten een degelijke en gedetailleerde vraag en aanbodanalyse en onderzoek naar de behoefte aan de verschillende woonzorgcombinatie c.q. –concepten naar aard (prijs, kwaliteit, woonvoorzieningenpakket e.d.) en omvang.

1. Ons beeld van ‘kansenzones’en wat ons betreft ‘woonservicezones in wording’
Levensloopbestendig wonen rond en nabij knooppunten van voorzieningen (zorg, maar ook winkels en openbaar vervoer op loopafstand e.d.). Wij zijn pleitbezorger van het concept, maar het hangt er wel vanaf welke invulling het krijgt.

2. Wij zien als (aangetoonde) positieve effecten van deze vorm:
- Het voorzien in de behoefte van meer kwetsbare groepen (Wmo-doelgroepen)
- Het langer zelfstandig en als deelnemer aan de samenleving kunnen functioneren
- Efficiëntere hulpverleningsmogelijkheden
- Een positief effect op het volkshuisvestingsbeleid/de doorstroming.

3. Door ons wenselijk geachte ondersteunende maatregelen met betrekking tot kansenzones c.q. doorstroming (door te verleiden en niet door het hanteren van pressiemiddelen. Wel pull-, geen pushfactoren zijn o.a.
- Gerichte huurprijsmaatregelen/huurprijsbeleid (matigen aan de bestemmingskant bij doorstroming
- Gericht investeren in levensloopbestendig te maken woningen (maximaal binnen kansenzones’. “

SSBO
Delft, 30-08-2016